Visvlieger

Een actieve eenlijner                                                                                            #23  10.07.2003

(Afb. 1)

 

Gedurende een zonnige vakantie aan een Frans strand is onder andere deze visvlieger ontstaan. De bedoeling was een visvlieger te maken die in de lucht de natuurlijke beweging van een zwemmende vis zou maken. Hoewel het vliegertechnisch een onding is, laten we zeggen een vlieger voor de gevorderde vliegeraar, heb ik er inmiddels veel plezier aan beleefd. Omdat de spartel bewegingen sterk afhankelijk zijn van de windsterkte en turbulentie is het een actieve vlieger die je lekker bezig houdt.

 

 

 

(Afb. 2)

 

 

Het materiaal

-          Washi of ander papier dat licht is en niet gauw scheurt.

-       De stokken, het frame, is gemaakt van een pitriet rolgordijn of ander licht, buigzaam en taai(!) materiaal.

-          Verder nog garen om de stokjes van het achterlijf, de staart, aan de ruggengraat te bevestigen. En lijm.

 

Het bouwen van de vis

De visvlieger is uit de losse hand gemaakt en vervolgens - een paar jaar later voor deze bouwbeschrijving - nagemeten. De maten komen niet zo heel precies en wellicht zijn er betere verhoudingen te vinden, of zelfs een totaal ander dier.

 

(Afb. 3)

 

De mal

Deze vis bestaat uit tien delen van washi papier. Dat kunnen er natuurlijk meer worden als er met meerdere kleuren gewerkt gaat worden. Dat naar eigen inzicht van de bouwer.

Deel 1 is de kop met vinnen, deel 10 de staart en de overige delen 2 tot en met 9 zijn, zeg maar de moten van de vis.

Om de staart makkelijk te kunnen laten buigen  worden de staart delen aan de buitenzijden van de vis "te groot" uitgevoerd: De afzonderlijke delen 2 tot en met 9 zijn in het midden ter hoogte van de ruggengraat,  70 mm lang. Maar aan de buitenzijden worden voor en achter elk met 10 mm verlengt tot 90 mm, zodat er een soort strikvorm ontstaat. Als het geheel later aan elkaar geplakt wordt ontstaat er aan de buitenzijde een soort rafelig geplooide rand.

Om te beginnen maken we een mal van de complete vis. Neem de hartlijn, de graat, over op een stuk papier. Met enige handigheid en wat inzicht kan dan de verdere vorm van de vis met behulp van de maten op de tekening overgenomen worden. Nogmaals, het komt niet zo precies, als het maar mooi vloeiend wordt.

Dan kunnen de kop, staart en moten overgenomen worden op het washi papier. Dit kan bijvoorbeeld door alle delen van de mal uit te knippen en op het washi papier te leggen en dan met een potlood over te nemen. Let er dan wel op dat de moten, de mallen 2 tot en met 9, aan de buitenzijdes 2 centimeter groter worden. Een centimeter aan de voorkant van het malletje en een centimeter aan de achterkant van het malletje, zie tekening.

 

Het plakken

Als alle delen van de vis geknipt zijn worden ze een voor een aan elkaar geplakt. Er is geen "zoom toegift", gewoon plat op elkaar plakken. Dit kan een lastig karweitje zijn omdat de delen van de staart na het plakken al niet meer plat op tafel kunnen blijven liggen. De plakvaardigheden liggen hier zeker boven kleuterschool niveau!

Als alle delen in de goede volgorde aan elkaar geplakt zijn en droog, dan kunnen de graten aangebracht worden, de pitriet delen a tot en met l.

Het kan handiger zijn eerst de delen a, b en c op de kop te plakken en l op de staart alvorens kop, lijf en staart aan elkaar te plakken.

Als laatste pitriet deel wordt de ruggengraat, deel m, aangebracht. Let op, deel m wordt van de neus richting staart geplakt tot vlak voor pitriet deel c, dan los over de graten heen, naar de staart en weer vastplakken vanaf deel l.

 

(Afb. 4)

 

Het vastknopen van de graten aan de ruggengraat

De delen c tot en met k mogen niet onbeweeglijk vast aan de ruggengraat m komen te zitten omdat anders de vis niet meer kan bewegen als een vis. Daarom wordt c tot en met k met stukjes garen makkelijk beweegbaar aan m vastgeknoopt. Negen keer knopen dus, plus een keer extra voor de stevigheid, m aan l, de ruggengraat aan de staart.

 

Tip

Verder verdient het nog de aanbeveling de rand van de kop tot aan de vinnen te verstevigen en vormvaster te maken. Zelf moet ik bekennen er in tegenstelling tot de natuurlijke materialen die verder in de vlieger verwerkt zijn, hiervoor 0,5 millimeter dikke kunststof staafjes te hebben gebruikt en het papier daarom heen heb geplakt.

 

Het oplaten

Dit vereist wat geëxperimenteer met de toom afstelling en wat inventiviteit, maar zal zeker een dartele en speelse vlieger opleveren, succes!

 

(Afb. 5)

 

Zutphen, juni 2005

Jan Westerink

Eerder gepubliceerd in "VLIEGER", nr. 2005/1                                Bouwtekening:  

Tekening: Jan Pit

Foto's    : Peer Westerink

terug /