Ickx Monoplan                                                            

Over het stoeien met oude vlieger ontwerpen

 

Cerf-Volant les frères Ickx

(Fig. 1)

 

Ruim twee kilo bamboe en katoen landt in het prikkeldraad. Het zit niet mee. Misschien is het ook niet verstandig om én foto's te willen maken én een eerste proefvlucht goed uit te voeren. Het zit niet mee omdat de wind evenwijdig is aan het modderige weggetje met de grote plassen er in en dus ook evenwijdig aan de rij prikkeldraad links van het weggetje en aan die aan de rechterkant. Ik heb een draad met een breeksterkte van 230 kilo aan een van de prikkeldraad paaltjes vastgebonden. De vlieger die ik wil gaan proberen zou een grote trekkracht hebben schrijven de ontwerpers, de broers André en Lucien Ickx in 1912. Ook is de wind op deze november dag nogal onstuimig. Maar de vlieger staat al bijna drie weken klaar om geprobeerd te worden. En vandaag heb ik tijd, is er wind en zijn er maar weinig buien met felle, mooie opklaringen ertussendoor. Dus.

La question du Monoplan is de titel van het Franse artikel in La Revue du Cerf-Volant[i], waarin de vlieger, Monoplan genoemd, beschreven wordt. De vertaal computer maakt er echt wat moois van, hier een fragment:

Echter aan de eerste proef van ons apparaat dat, men er mee kan beseffen, sterft ongeveer 2 m² 50, gaf toe de band en ons apparaat was een bad ervan in een rivier zich nemen die het veld jammer genoeg afboordde waar hij zijn spel nam. De wind stuurt het terug, een vleugel zich slaat in de vaas in. Conclusie: breken, wassen, drogen, volledige demontage. Tenslotte komt de tweede proef. Opnieuw neemt het apparaat zich weg, houdt de lucht vijf minuten. Aan de lier, registreert de piloot een nooit verkregen aandrijving. Immers breekt een meer plotselinge windstoot de in ruime mate berekende teugel. Opnieuw leidt het apparaat af, zweeft. Helaas op het moment dat hij de bodem treft, een windstoot het eetbare slachtafval: een langsligger van gebroken! Men zal misschien weinig het verhaal van ons onheil belangrijk vinden.

Dat vliegeren door de jaren heen zijn frustrerende momenten heeft gehad is wel duidelijk. Ik vraag me af of er indertijd ook Franse vloeken over de rivier geklonken hebben. Nu, als ik mijn vlieger uit het prikkeldraad bevrijd klinken er wel vloeken over de IJssel, gelukkig is er bij deze eerste vlucht niets gebroken.

In het artikel dat ik in 2006 van Frits Sauvé spontaan in mijn handen gedrukt kreeg tijdens de Historical Kite Workshop in Apeldoorn, staan duidelijke tekeningen en met een woordenboek en geduld kom je zonder vertaalcomputer ook een heel eind.

 

Cerf-Volant les frères Ickx

 (Fig. 2)

 

 

Het model

Eigenlijk is de Monoplan van de broers Ickx een simpele vlieger. Een krachtig  ontwerp, dat helder in elkaar zit, met een duidelijke structuur van de spanlijnen, ook al lijkt het als de vlieger daadwerkelijk voor je neus staat wat ingewikkeld. Het is weer zo'n vlieger die je wil zien, vasthouden en in de lucht wil voelen, ook al zijn de vooruitzichten op resultaat niet al te best. Hij is in het buitenland een keer gebouwd, zonder veel succes heb ik mij laten vertellen en verder zie je hem nergens beschreven of in de lucht. Dat belooft dus niet zo veel. Blijft dat het een prachtig ding is om te zien. Toen ik tijdens de bouw van deze vlieger moest wachten op geschikt henneptouw voor in de zomen, heb ik een Monoplan op de helft van de ware grootte gebouwd. Wat een ellende. De met extra zorg gebouwde rood-gele vlieger schiet omhoog als hij er zin in heeft, maar houdt het dan al gauw voor gezien, raakt geïrriteerd en wordt instabiel. Kortom gedraagt zich zoals beschreven bij de eerste proefvlucht van de broers Ickx. Dit soort vliegers moet je dus niet kleiner maken dan op ware grootte. Kleine vliegers zijn nu eenmaal wat gevoeliger voor slordigheden en onbalans en dergelijke. De kleine is overigens wel heel mooi gemaakt. Hier geen touw in de zoom, maar band dat rond om de vleugels is gestikt. Aan de rood-gele vleugels is goed te zien hoe ingenieus de twee delen van elke vleugel aan elkaar zijn gestikt, daar hebben de broers Ickx goed over nagedacht. Twee even lange delen, een rode en een gele vormen samen het voorste kruis.

 

Construction le Cerf-Volant

(Fig. 3)

 

 

Het frame is van bamboe en bij de kleine vlieger breekt de voorste ligger al gauw, als een tweede ligger ook vrij snel breekt, kies ik een dikkere bamboe ligger. Blijkbaar komt er veel kracht op de voorste dwarsligger. Uiteraard, omdat het voorste deel gewoonlijk de meeste trekkracht levert. En dat de kleine vlieger trekt, dat is een ding dat onverwacht, zeker is. Niet voor niets pak ik mijn sterkste lijn als ik de grote versie in de winderige uiterwaarden in elkaar zet. Helaas heb ik er maar 40 meter van, eigenlijk net te weinig om boven de warrelige grondwind uit te komen. Aan de andere kant komt een klap van 'maar' 40 meter hoogte misschien wat minder hard aan. Het is het risico van het vak, maar het blijft niet leuk om een paar weken werk in drie seconden aan stukken te zien slaan tegen de grond. Goed, prikkeldraad is ook niet leuk. Maar ik stop met vloeken als ik zie dat er niets beschadigd is.  Als de vlieger voor de tweede keer omhoog gaat, gaat het beter. Na nog een aanpassing aan de toom, wat knap lastig is met natte en koude vingers, lukt het echt, ondanks de vlagerige IJssel wind.

 

Bauanleitung Ickx Drachen

(Fig. 4)

 

 

Honderd jaar oude beschrijvingen

In de hier en daar zeer gedetailleerde beschrijving van de vlieger wordt met geen woord gerept over de toom. Dat blijft dus gis- en experimenteerwerk. De vlieger doet het nu en staat redelijk stabiel in de lucht. Ondanks de maar 40 meter lange lijn in deze warrelige wind. Ik kan foto's nemen. En net als bij het weertype van vandaag voel ik mijn humeur met ongekende felheid opklaren. Vliegers bouwen aan de hand van heel oude beschrijvingen is een beetje lastig. De voor die tijd bijzondere details worden breed uitgemeten en de vanzelfsprekende details van toen gemakshalve overgeslagen. Alle beschreven vliegers doen het ook altijd bijzonder goed, als je de  enthousiaste schrijvers mag geloven, hebben een bewonderenswaardige trekkracht en een niet te geloven stabiliteit. Vaak vraag je je dan ook af wat je verkeerd gedaan hebt als je drie kwartier na je vertrek naar de uiterwaarden alweer thuis de gebroken stokken uit de stof zit te trekken, of nog erger, na een vol uur lang bijna tot wanhoop gedreven de vlieger alleen maar halve cirkel bogen hebt laten beschrijven in een strakke blauwe lucht bij een perfecte wind.

 

Konstruktion Detail Ickx Drachen 

(Fig. 5)

 

 

De Duitser Wladimir Köppen, meteoroloog en beroepshalve intensief met vliegers bezig, schrijft in 1901 al dat het bij de vliegerbouw op zoveel moeilijk te beschrijven kleinigheden aankomt dat je mag verwachten dat het je heel veel tijd en moeite zal kosten om zonder goed voorbeeld of veel eigen ervaring een (meteorologische) vlieger te bouwen [ii]


Bedenk in de geest van de tijd je oplossingen schreef Nico van den Berg mij ooit eens, toen hij mij wat aantekeningen stuurde voor een andere Franse vlieger. Deze vlieger, een ontwerp van de vliegerontwerper Lucien Pierre Frantzen, geïnspireerd op de vliegtuig ontwerpen van de Brit Dunne is zo puur ontworpen, zo zonder praktische en onontbeerlijke zaken als stokhoezen en meer stijfheid biedende staanders, dat het bijna zonde van het ontwerp is om deze details niet toe te passen ook al staan ze niet op de zo'n 100 jaar oude originele tekeningen.

(Fig. 6)

 

 

Gelukkig blijft de grote vlieger nu in de lucht. Als ik de toom van de grote helemaal goed heb kan ik het principe overzetten op de kleine. Misschien dat die het dan wel goed doet. Of in ieder geval beter. De kleine heeft meer trekkracht dan de grote. Wellicht omdat hij als een razende (snelheid = trekkracht) omhoog schiet. Maar zoals gezegd, de balans is nog niet ok. Verder staat het rood-gele doek strakker dan het ongebleekte katoen van de grote vlieger. Het doek van de grote heeft door het grotere formaat meer rek dan de korte lapjes van de kleine; maar de grote vlieger is ook wat losser opgespannen, zodat het doek meer kan parachuteren. Soms zie je de staart ook bewegen ten opzichte van de voorste vleugel. Het geheel kan zich een beetje stellen. Dat is wel goed, laat die vlieger daarboven het zelf maar uitzoeken.

 

Konstruktion Detail Ickx Drachen 

(Fig. 7 )

 

 

De Bouw

Het meeste werk zit 'm niet in het maken van het doek. Het is duidelijk geen matras. Het doek wordt omgezoomd, met versterkingsstukken in de uiterste punten en daar waar de spandraden moeten komen. Het henneptouw dat door de zoom gaat komt op de originele wijze uit de uiterste punten en kan zo als spandraad gebruikt worden. Wel veel werk gaat zitten in het maken van de spanlijnen met de spanners. Voor de spanners leveren roerhoutjes voor verf van de bouwmarkt het precies goede materiaal. Afhankelijk van de opdruk op de houtjes gaan er meer of minder uit een roerhoutje. Per spanner drie gaatjes boren en dus zes keer een gaatje afbramen, zagen en randjes schuren en dat voor 32 spanners. Eerlijk handwerk. De vier langs stokken die prettig dun gehouden kunnen worden omdat ze met zijn vieren zijn, worden deelbaar zodat er geen verloop van dik naar dun meer is, zoals je bij één lange bamboestok zou hebben. Achteraf minder mooi, maar nu niet belangrijk, bij het vinden van geschikte dunne stokken uit één stuk, zijn deze altijd nog te vervangen. Ook deze vlieger is weer een moment opname van de oplossingen van nu, dit moment. Net als de wind zelf, is de zoektocht naar de invulling van de vlieger van toen aan veranderingen onderhevig. Soms heftige, soms minieme. Maar vooralsnog laten we 'm maar zo.

 

Ickx Kite Vlieger 

(Fig. 8)

 

 

Download een filmpje van de eerste proefvlucht in oktober 2007: http://www.firstkites.nl/Ickx%20-%20proefvlucht.mov  (10 MB Dus kan even duren.)

 

Specificaties:

 

Ontwerp        : André en Lucien Ickx

Datum           : 1912

Materialen     : Bamboe en katoen

Oppervlak      : 2,5 m²

Spanwijdte     : 300 cm

Gewicht         : 2000 g.

Eerder gepubliceerd in "VLIEGER", nr. 2008 / 1   VLIEGER 2008/1

 



[i]   La Revue du Cerf-Volant, No. 5, Augustus 1912, page 132

[ii] Aus dem Archiv der Deutschen Seewarte, 1901, Seite 46

 

 

 

previous page /

 Copyright   ©   by Jan Westerink - Last update: 01-05-2008