Een
vlieger met gepatenteerd montage systeem voor onhandige
mensen
30-10-2005
(Afb.
1)
Eerste proefvlucht
Met
een vaart schiet hij omhoog, in enkele seconden is er 30 meter lijn
uitgevierd, maar de vlieger gaat hevig te keer, slingert als een op
hol geslagen paard van links naar rechts, steigert en duikt naar
beneden. Vlug vier ik meer lijn en de vlieger draait en scheert weer
omhoog. Als hij maar niet te pletter slaat schiet het door mij heen,
"tough wood", staat er in het patent, maar ik heb goedkope vuren
latjes van de bouwmarkt gebruikt. "Moet je niet eens een vlieger
maken die wel stevig is", had mijn vrouw nog geopperd. Weer schiet
het ding van links naar rechts, er is duidelijk een staart nodig,
maar hij blijft hoog in de lucht. Dan waait van de vleugel links
boven het papier er uit. Het geheel blijft in de lucht warempel,
maar nu helemaal oncontroleerbaar. Ik loop zoveel mogelijk met de
wind mee en het lukt zonder brekende latten de vliegtuigvlieger
zacht te laten landen. Amper 60 seconden vliegeren, vele kilo's
lichter, maar een hele ervaring rijker (afb. 2).
(Afb.
2)
Tweede
proefvlucht
Een half jaar later is het weer zo ver, de
tweede proefvlucht staat voor de deur. Het weer is er prima geschikt
voor. Het gras is droog genoeg voor de papieren vlieger en ook de
wind is precies goed. Als de vlieger los gehaald wordt uit zijn
haken waarmee hij al die maanden veilig aan de zoldering heeft
gehangen, blijkt het papier door droging behoorlijk strak in het
vuren houten frame te zijn gaan staan. De vleugels zijn ook
behoorlijk krom getrokken, maar dat zal allemaal wel los zal lopen,
het is een dubbeldekker en de twee vleugels zullen zich wel tegen
elkaar weer recht trekken.
Maar in de uiterwaarden aangekomen blijkt het
met de wind een beetje tegen te vallen. De beloofde dikke drie
Beaufort, blijkt maar een heel krappe te zijn. Uiteindelijk
misschien maar goed ook, want deze keer moeten er foto's gemaakt
worden, het liefst voordat de vlieger neerstort, of nog beter,
zonder dat de vlieger neerstort!
Hoewel
niet met zoveel woorden in het patent beschreven, is er toch
duidelijk te lezen dat elke sukkel deze vlieger in elkaar moet
kunnen zetten. Sterker nog dat is de hoofdreden dat Wickersham zijn
patent heeft aangevraagd, het unieke systeem waarmee de latjes, de
vleugels en de romp met elkaar verbonden kunnen worden bestaat uit
een soort metalen strips die door gleufjes in het hout gestoken
worden en dan omgevouwen. (Zie afb. 3 en 4)
(Afb.
3)
(Afb.
4)
Het
is jammer, maar toch lukt het om een paar gaatjes in het papier te
prikken met de stripjes. Er is toch enige handigheid voor nodig om
dit klusje zonder scheuren te klaren. Maar het blijft een uniek
systeem, dat zeker de moeite waard is om te proberen. De vlieger is
zoals in het patent omschreven als een platte en handzame bundel
makkelijk op te slaan en te vervoeren (afb. 5 en 6). Ook eenvoudig
en zeker goedkoop te bouwen.
(Afb.
5)
(Afb.
6)
Maar
nu even terug naar de tweede proefvlucht. De vlieger zit in elkaar.
De lijn zit vast en mijn vaste fotograaf heeft zijn positie
ingenomen. En dan gaat alles goed. het patent krijgt gelijk, het is
een attractieve vlieger, inderdaad lijkt het op een vliegtuig en het
is een schitterend gezicht deze witte vlieger in de lucht. Het soms
bijna transparante papier en de aftekenende lijnen van het frame. De
staart die nu net als de eerste keer nodig is, precies volgens het
patent gemaakt, ongelooflijk maar waar: met strikken (zie Afb. 7),
zit er nu wel aan en doet geen afbreuk aan het
geheel.
(Afb.
7)
De
bouw
De latten op maat zagen, met wat houtlijm en
kleine spijkertjes het geheel in elkaar zetten. De gleufjes voor de
metalen stripjes in het hout boren. Het papier er zo strak mogelijk
inplakken en dan nog de veertien stripjes zelf, de 'nietjes' zoals
Wickersham ze noemt, uit dunne metaalplaat maken, dat is al het
werk. Dan heb je een best leuke vlieger, een beetje kwetsbaar en
gevoelig voor vocht. Maar eens een keer wat anders dan bamboe en
katoen.
De stripjes
Het is handig om met de veertien stripjes te
beginnen. De lengte maakt niet zoveel uit. Vijftien centimeter lang
en een halve millimeter dik is een mooie maat. De sleufjes waar de
stripjes doorheen moeten zijn verzwakkingen in het frame. Dus de
stripjes moeten niet te breed worden. Vier millimeter is prima. Ook
hier is het weer leuk om te zien dat één van de bestaansrechten van
dit ontwerp tegelijkertijd ook weer een verzwakking van de vlieger
is, zoals wel vaker te zien is aan gepatenteerde inklapbare vlieger
systemen. Denk hierbij aan de vlieger van Neary uit 1949 (zie VLIEGER 2005/3) en die
van Seydel uit 1912. Misschien is het goed om
een paar extra stripjes te maken i.v.m. metaalmoeheid die bij veel
gebruik op zou kunnen treden. De stripjes voor het staartvlak kunnen
wat korter zijn.
Het
frame
Het frame is opgebouwd uit vuren latten van
7x18 mm. De langste maat in deze uitvoering is 210 cm. Dat is de
lengte van het rompdeel. De breedte van de vlieger is 155 cm. De
hoogte tussen de twee vleugels van deze dubbeldekker is 50 cm. De
latten van het frame komen gewoon uit de bouwmarkt, maar zijn wel
met zorg uitgezocht: geen noesten en een mooie rechte nerf. Als er
een noest zit in een lat, maar je kunt er voor zorgen dat deze noest
net buiten de af te zagen stukken valt, dan is dat natuurlijk geen
probleem.
Voor het gemak toch maar even een
lijstje:
4x 155 cm
Voor de vleugels
4x 60 cm
Voor de vleugels
6x 50 cm
Staanders tussen de vleugels
2x 65 cm
Staartvlak
2x 40 cm
Staartvlak
1x 210 cm
Romp (Later op maat zagen, na montage.)
1x 200 cm
Romp
Geschikt
papier of heel dunne stof
Dun metalen stripjes
De
sleufjes voor de stripjes worden in de latten geboord voordat de
latten aan elkaar worden gezet. Bestudeer de tekening (Afb. 8) waar
ze moeten komen. Een sleufje wordt gemaakt door een rijtje kleine
gaatje vlak naast elkaar te boren en daar dan een sleufje van te
maken. Dit is een beetje een prutswerkje maar het is te doen. Er
zijn veertien stripjes nodig, per stripje zijn er 3 sleufjes nodig
(zie Afb. 3 en 4). Er zijn drie plaatsen op de vleugels waar de twee
sleufjes 'twee latjes breed' van elkaar af zitten en 11 plaatsen met
een afstand van '1 latje breed' (zie Afb. 8)
(Afb.
8)
De
latten van de vleugels kunnen gewoon met passende kleine spijkertje,
twee per hoek, haaks aan elkaar gespijkerd worden met een beetje
houtlijm ertussen (zie afb. 9). Op dezelfde manier kan ook de romp
die uit twee lange latten en een staander bestaat in elkaar gezet
worden. Een vierde lat, een staander tussen de twee vleugels, midden
achter, kan en dat is ter overweging van de bouwer, vóór of na het
papier plakken aan de romp bevestigd worden.
(Afb.
9)
Het
dek
Van
een dun maar stevig papier kan het dek worden gemaakt. Dun katoen
zou ook kunnen, maar dat is zwaarder. In deze bouwbeschrijving gaan
we uit van papier. Dat wordt precies zo groot als de te beplakken
vleugels en romp uitgeknipt. Deze grote lappen papier kunnen
natuurlijk uit meerdere kleinere vellen worden samengesteld. Voor
alle delen geldt hetzelfde principe: de hoeken van de papier vellen
omvouwen (zie afb. 9), en tussen de latten plakken. Op de
langslatten en onder de dwarslatten (zie ook afb. 9). Goed
vastplakken, zodat niet bij de eerste testvlucht het papier eruit
kan waaien!
(Afb.
10)
De
vlieger in elkaar zetten
Als de vleugels, staartvleugel en romp zijn
voorzien van papier en het is goed gedroogd en eventueel gelakt, dan
kunnen de stripjes in de sleuven worden gestoken. Het is handig om
de uiteinden, als het stripje door de staanders is gestoken, niet
allebei even ver uit te laten steken. Hierdoor kun je eerst de ene
helft van het stripje in een sleufje steken en daarna pas de andere
helft. Dit is makkelijker dan twee stripjes tegelijk in de sleufjes
te moeten steken. De twee puntstoom wordt bevestigd aan de onderste
vleugel, helemaal links en helemaal rechts (zie ook weer afb. 9). Op
de tekening is zoals in het patent, een toom van twee meter
aangegeven. Een langere toom zal waarschijnlijk een iets stabielere
vlieger opleveren. Even experimenteren.
Nu
moet de vlieger klaar zijn en kan hij opgelaten worden.
Succes!
Video
fragment
Zutphen, september 2006
Jan
Westerink
Eerder gepubliceerd in "VLIEGER",
nr. 2006/5
Tekeningen: Deels
overgenomen van het originele patent uit 1927 (http://nl.espacenet.com)
Foto's : Peer,
JW